Interactief voorlezen. Vorige week plaatste ik er een blog over: wat het is, hoe je het zelf kunt doen, en of er iets mis is met gewoon voorlezen. In dit blog wordt het interactieve voorlezen ook van een andere kant bekeken. Want ieder voordeel… juist.

In het kort: wat was het ook alweer?
Simpel: je kind betrekken bij het voorlezen voor, tijdens en na het verhaal. Door af en toe vragen te stellen. Of je kind iets te laten vertellen, of zijn of haar vragen te beantwoorden als jullie een boek lezen. Op deze manier nemen tekstkennis en taalvaardigheid van peuters en kleuters toe en groeit hun woordenschat. Uiteindelijk leren kinderen makkelijker lezen doordat ze al zoveel taalbegrip hebben opgebouwd.

En nu zeg je dat interactief voorlezen helemaal niet goed is?
Nee hoor. Net zoals ik al zei dat niet interactief voorlezen ook prima is bij het vorige blog. Het is alleen wel goed om te weten dat er ook een aantal argumenten zijn die het interactieve voorlezen juist niet aanraden. En om het beeld zo compleet mogelijk te maken, staan die in dit blog op een rij.

Oké. Kom maar op met die theorie achter niet interactief voorlezen.
Linguïste Coosje van der Pol deed een onderzoek waarbij ze erachter kwam dat het literaire beleving is, die bijdraagt aan het proces van het leren lezen. Met andere woorden: luisteren naar, meeleven met en opgaan in spannende, mooie of ontroerende verhalen. Hoe meer kinderen worden geraakt door verhalen, hoe meer plezier ze eraan beleven. En leesplezier zorgt ervoor dat ze zelf interesse krijgen in (leren) lezen. Want dan kunnen ze van nóg meer verhalen genieten. Hun woordenschat groeit ongemerkt tijdens het voorlezen van verhalen. Door een verhaal aandachtig aan te horen, krijgen kinderen ook inzicht in de manier waarop verhalen zijn opgebouwd. Door een kind te laten luisteren naar verhalen, biedt je het de kans om zich aan de hand van deze verhalen zelf te ontwikkelen. Ze leren hun fantasie te gebruiken en vergelijken verhalen met eigen levenservaringen.

En wat concreter?
Bij interactief vorlezen wordt het verhaal regelmatig onderbroken om vragen te stellen over het verhaal of over de illustraties. Dit zou kinderen bij het verhaal betrekken, maar als we het van de andere kant bekijken, aan de hand van een aantal tips die we op internet vonden over interactief voorlezen:

Tip 1:
Bedenk van tevoren wat u kunt uitleggen en vragen tijdens het voorlezen.
Dit is iets anders dan een verhaal voorlezen. Dit is een lesmethode waarbij ervan uitgegaan wordt dat kinderen iets moeten leren tijdens het voorlezen van een boek.

Tip 2:
Met een pop of knuffel die lijkt op één van de hoofdpersonen in het verhaal, kunt je het verhaal ‘naspelen’.
Als u dat regelmatig doet, ziet een kind steeds beter hoe verhalen ‘in elkaar zitten’.
Naspelen is leuk, maar als het regelmatig gedaan wordt, kan een kind zijn eigen fantasie niet meer de vrije loop laten. Het is mooi als kinderen zelf hun creativiteit gebruiken wanneer ze een verhaal horen. Het verhaal kan in hun fantasie nog alle kanten op, maar door het na te spelen, wordt hun eigen fantasie aan banden gelegd.

Tip 3:
Kinderen hebben eigen ideeën en gevoelens over het verhaal en kunnen meepraten vanuit eigen ervaringen.
Daar kunt u dan weer op ingaan. Zo blijft uw kind betrokken bij het verhaal.
Kinderen worden tijdens het voorlezen vanzelf meegenomen in het verhaal. Natuurlijk kunnen ze soms een vraag stellen, maar in principe is het niet nodig om kinderen hun eigen ervaringen te laten delen om ze betrokken te houden tijdens het voorlezen.

Tip 4:
Kinderen hebben veel te vertellen. Het is leuker om mee te gaan met de verhalen van de kinderen, dan strak vast te houden aan het boek.
Voorlezen moet onderscheiden worden van praten met een kind over dingen die hem/haar bezighouden. Beiden zijn belangrijk, maar ze hebben beiden wel een verschillend doel.

Tip 5:
Vraag op spannende momenten aan uw kind hoe het verhaal verder zou kunnen gaan.
Zo wordt de spanning uit het verhaal gehaald. Het is te vergelijken met de reclamespots die een film op de TV onderbreken.

Tip 6:
U kunt uw kind helpen om nieuwe woorden te leren door bij een moeilijk woord bijvoorbeeld een plaatje aan te wijzen.
Wisten we nog dat we wilden voorlezen en kinderen wilden laten luisteren naar een verhaal? Het gaat niet om het leren van woorden, maar om beleving en verbeelding.

Nu weet ik het niet meer hoor… wat moet ik nou?
Zoals je kunt lezen, zijn er ook een aantal vraagtekens te plaatsen bij het interactieve voorlezen. Dus wat is wijsheid? Wie het weet mag het zeggen. Ik zou kiezen voor een gulden middenweg. Het is fijn om een verhaal voor te lezen, en als je merkt dat een kind er helemaal in opgaat, lees je lekker door. Stelt je kind een keer een vraag, kun je prima even antwoord geven. Wijst je kindje een keer iets aan op een mooie plaat? Ook geen probleem. Illustraties dragen ook bij aan de beleving en de fantasie. Het is wellicht wijs om alle toeters en bellen voor en tijdens het voorlezen achterwege te laten, zodat kinderen zich echt even kunnen verliezen in wat er voorgelezen wordt.

Wat wel weer leuk kan zijn, is na het voorlezen je kindje nog even een momentje geven om iets met al die fantasie te doen. Misschien wil hij/zij wel een mooie tekening maken. Of even met eigen knuffelbeesten spelen, waar flarden van het verhaal bij terugkomen. Of misschien vindt je kind het zelf wel heel leuk om je nog een paar vragen te stellen. Zo kun je zoeken naar een balans tussen voorlezen en voorlezen met een paar extraatjes.

Het belangrijkste: voorlezen doe je zoals jij én je kind het leuk en gezellig vinden. Leesplezier is tenslotte waar het om gaat. En dat moet gewoon zo blijven!

 

* met dank aan Sieneke Goorhuis / wij-leren.nl